De wandeling door het Formerumerbos en de Wilhelminapolder is ongeveer 4,5 kilometer lang. Omdat je niet stevig door hoeft te lopen heb je volop de tijd om stil te staan bij alles wat je onderweg tegenkomt.
De route is het hele jaar door de moeite waard. In de winter tovert de vorst de Liesingerplak om tot een sprookjesachtige ijsbaan. In de lente kun je broedende vogels spotten in het gebied. En bij onstuimig weer loop je alsnog lekker uit de wind. Soms zijn er bomen omgewaaid door een storm. Langs het kwekerijbosje staan bijvoorbeeld hoge sparren. Als deze omwaaien, dan laat Staatsbosbeheer ze liggen. Daardoor kun je de wortels goed van dichtbij bekijken.
Iets verderop vind je de turfdôbes van het bos. Dit zijn langwerpige kuilen waarin turven gewaterd werden. Op deze manier konden de turven daarna bij de jonge dennen op de droge duinen worden geplaatst. Dit zorgde ervoor dat nieuwe aanplant de droge periodes op het eiland kon overleven.